Aanwijzen in de werkkostenregeling
- Fabiënne Hol - van Goethem
- 14 jan
- 2 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 15 jan
Alles wat een werknemer ontvangt van zijn werkgever vormt belastbaar loon.
Sommige vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen kunnen worden
aangewezen als eindheffingsloon voor de werkkostenregeling. In dat geval is er geen
sprake van belast loon voor de werknemer. En komt de vergoeding, verstrekking,
terbeschikkingstelling (bedrag incl. btw) ten laste van de vrije ruimte. Wat is aanwijzen?
Door bepaalde vergoedingen, verstrekkingen of terbeschikkingstellingen aan te
wijzen als eindheffingsloon, wordt het loon onbelast voor de werknemer. De
werkgever draagt dan de loonheffingen. Denk bijvoorbeeld aan een bonus, een
etentje ter beloning van extra werkzaamheden, een kerstpakket of een bedrijfsuitje. Hoe aanwijzen?
Vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen kunnen worden
aangewezen als eindheffingsloon als deze voldoen aan de zogeheten
gebruikelijkheidstoets. Deze toets houdt in dat de vergoeding of verstrekking niet
meer dan 30% mag afwijken van wat gebruikelijk is in vergelijkbare situaties. Criteria voor de gebruikelijkheidstoets zij:
- De aard van de vergoeding, verstrekking of terbeschikkingstelling.
- De waarde of hoogte van de vergoeding.
- De ontvanger van de vergoeding (bijvoorbeeld specifieke werknemers).
- Het voorkomen van tariefarbitrage: speelt een belastingvoordeel een
doorslaggevende rol bij de aanwijzing? De Belastingdienst beschouwt vergoedingen en verstrekkingen tot €2.400 per
werknemer per jaar doorgaans als gebruikelijk. Wanneer aanwijzen?
De aanwijzing als eindheffingsloon moet plaatsvinden op het moment van
vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen. Het is niet toegestaan om met
terugwerkende kracht aan te wijzen, tenzij er sprake is van een administratieve fout.
Ook gerichte vrijstellingen onder de werkkostenregeling moeten vooraf expliciet
worden aangewezen. De Belastingdienst neemt aan dat deze aanwijzing impliciet
plaatsvindt als de vergoeding of verstrekking volledig binnen de norm van de
betreffende vrijstelling valt.
Rechtspraak heeft bevestigd dat aanwijzingen uiterlijk op het genietingsmoment
moeten plaatsvinden en niet met terugwerkende kracht mogen worden gedaan. Hoe aanwijzen?
Er is geen vaste vorm voor aanwijzing; deze is vormvrij. Belangrijk is dat de
aanwijzing expliciet gebeurt. Dit kan bijvoorbeeld op de volgende manieren:
- Door vastlegging in de (salaris)administratie.
- Via een schriftelijke mededeling aan de werknemer.
- Door het opnemen van het loonbestanddeel in de salarisadministratie zonder
inhouding van loonbelasting. Wanneer loonbelasting wordt ingehouden, wordt het loonbestanddeel gekwalificeerd
als belastbaar loon en niet als eindheffingsloon.
Om te voorkomen dat sommige loonbestanddelen per abuis niet als eindheffingsloon
worden aangewezen kan de werkgever jaarlijks (aan het begin van het jaar) een
verklaring (een zgn. veegclausule) opnemen in de administratie waaruit blijkt dat,
voorzover niet anders blijkt uit de administratie van werkgever of uit andere
schriftelijke vastleggingen, gerichte vrijstellingen,
vergoedingen/verstrekkingen/terbeschikkingstellingen waarover de belasting
normaliter volgens het maatschappelijk verkeer niet ten laste van de werknemer
hoort te komen en/of die niet individueel bij een werknemer als belast loon zijn
meegenomen geacht worden tijdig door werkgever te zijn aangewezen als
eindheffingsloon. Conclusie
Eindheffingsloon is alleen onbelast voor de werknemer als de werkgever dit tijdig
heeft aangewezen. Dit geldt ook voor gerichte vrijstellingen binnen de
werkkostenregeling. De aanwijzing kan op een vormvrije manier worden gedaan,
maar moet uiterlijk op het genietingsmoment plaatsvinden. Het is verstandig jaarlijks
een zogeheten "veegclausule" op te stellen waarin de tijdige aanwijzing wordt
bevestigd. Voor een voorbeeld hiervan kun je contact met ons opnemen.
Comments